Een jongetje ligt op zijn buik op de vloer in een boekje te
kijken. Ik vraag of ik het boekje zal voorlezen en hij springt op. Samen gaan
we op de bank zitten. Ik ken het boekje en als ik het boekje open doe zeg ik. “Kijk,
je kunt de lijntjes van de spin voelen.” Ik ga met mijn vinger over de lijntjes
en het jongetje naast mij voelt met zijn vinger ook over het lijntje. Daarna
lees ik verder in het boekje ‘De spin die het te druk had’. Op elke nieuwe bladzijde wordt weer even
gevoeld of je ook hier de lijntjes kunt volgen, net als het spinnetje en het
vliegje.
Voorlezen is zo veel meer dan alleen het hardop lezen van
woorden in een boek. Voorlezen is gezellig en leuk, maar nog veel meer.
Voorlezen is het ontdekken van de wereld waarin we leven. Zien, horen, voelen,
denken, herkennen, leren. Herkennen en
leren zijn volgens mij twee belangrijke elementen in het voorlezen. Op de
buitenschoolse opvang waar ik werk lees ik regelmatig voor aan de kinderen. In
de eerste plaats doe ik dit omdat ik het zelf wil. Het biedt gezelligheid,
rust, een moment om te kletsen met een klein groepje kinderen of met een kind
alleen, het biedt spelideeën,
lachen en de mogelijkheid om kinderen even aandacht te geven. Maar ik lees ook
voor omdat ik merk dat de kinderen het fijn vinden. Ze weten dat ik voorlees en
komen regelmatig zelf vragen of ik wil voorlezen. Ze kiezen dan boekjes die ik
al vele keren heb voorgelezen of die ze van thuis kennen, maar ook nieuwe
boeken zorgen voor grote concentratie en ook altijd voor herkenning of
ontdekking.
Zoals ik al zei zijn herkenning en leren of ontdekken voor
mij de twee belangrijkste elementen uit het lezen of voorlezen. Er zijn veel
boekjes geschreven voor de herkenning. Verhalen over bijvoorbeeld spelende
kinderen, kinderen die naar school gaan, verhalen over broertjes en zusjes.
Deze boekjes zorgen er voor dat kinderen zich kunnen identificeren met de
personages in de boeken. “Kijk dat kan ik ook.” of “Kijk,
dat doe ik ook wel eens.”
Leren is het tweede onderwerp in een groot deel van de
kinderboeken. Een broertje of zusje krijgen, op het potje leren plassen, over
dieren in Afrika en kinderen aan de andere kant van de wereld. Deze boekjes
bieden een kijkje in wat komen gaat of wat er gebeurt op plekken waar kinderen
nog nooit geweest zijn of die ze misschien nog niet eens kennen. En nu heb ik
het alleen nog maar gehad over herkennen en leren over situaties uit het
dagelijks leven, maar ook dit kan natuurlijk veel breder gezien worden. Denk
maar eens aan onderwerpen als kleuren, emoties en gevoelens, voelen, geluiden,
tradities bij feesten enzovoort.
Ik heb ooit iemand horen vertellen waarom zij lezen zo
belangrijk vindt. Chimamanda Adichie is haar naam. Je hoeft haar naam niet te
onthouden, dat kan ik zelf ook niet, maar haar verhaal heb ik wel onthouden. Ze
vertelde hoe de wereld uit verhalen bestaat. Wij lezen die verhalen en leren
daardoor hoe de wereld in elkaar zit. Maar wij maken ook verhalen. Denk maar
aan de verhalen die kinderen op school in een kringgesprek vertellen. Ze
vertellen wat ze gedaan hebben, waar ze heen zijn geweest, wat ze geleerd
hebben en wat ze bezig houdt. Dit zijn de soort verhalen die je in een
gemiddeld kinderboek of prentenboek tegen komt. Het zijn de verhalen over hoe
kinderen in Nederland leven, de verhalen van herkenning. Maar er zijn meer
verhalen. Verhalen over de dingen die niet in onze directe omgeving gebeuren.
Denk bijvoorbeeld aan verhalen over kinderen in andere culturen, of verhalen
over dieren in het wild, maar denk ook aan verhalen over adoptie, gescheiden
families, kinderen met een handicap. Ook dit zijn de verhalen van de wereld
waar wij in leven. Verhalen op maat geschreven voor jonge kinderen om ze al
vroeg mee te laten delen in de diversiteit van de wereld.
Dit is voor mij de grootste waarde van lezen en vooral van
voorlezen. Kinderen leren wie ze zijn, hoe ze mogen zijn, Dat er veel mensen en
kinderen zijn zoals zij of juist anders, maar dat dat ook goed is. Kinderen
leren dat de wereld groter is dan het dorp of de stad waarin ze wonen.
Ontdekken is wat het jongetjes van hier boven deed. Door te
luisteren en te voelen, vervolgens door te kijken en te herkennen en te
proberen. Hij ontdekte het spinnenweb en de spin er in. Wie weet kijkt hij de
volgende keer anders als hij een spinnenweb in de struiken tegenkomt, voelt hij
bewuster aan de draden of gaat hij op zoek naar de spin die waarschijnlijk in
de buurt is.
Het is ontdekken en herkennen op een kleine manier, maar het is herkennen en
ontdekken.